USER MANUAL
 

Noem het handleiding, noem het gebruiksaanwijzing, wat maakt het uit. Bij de aanschaf van ieder willekeurig apparaat worden we ermee verblijd. En liefst in 98 talen, waaronder het Sanskriet nog de minst bijzondere.

Je krijgt er een bij magnetron, koffiezetapparaat, wasmachine, vaatwasser, keramische kookplaat, tv, dvd-speler, mobiele telefoon, auto, navigatiesysteem, camrecorder, cassettedeck, fototoestel, computer, vaste telefoon en wat een mens nog meer aan onmisbare spullen en troep in zijn leven bij elkaar graait. Om nog te zwijgen over wat de computer allemaal te bieden heeft aan gebruik van nevenapparaten en geweldige progjes met elk weer zijn eigen specifieke aanpak. Zo kan ik nog uren doorgaan. Zelfs de voordeurbel geeft geen sjoege voordat je je terdege in de folder hebt verdiept.

Wat zeg ik: folder? Hele encyclopedieën moet je tegenwoordig doorspitten om simpelweg te bereiken dat je aankoop aan je hooggespannen verwachtingen gaat voldoen.     

Leest iedereen alle gebruiksaanwijzing netjes van het begin tot het eind door zoals altijd wordt aanbevolen? Welnee, ik tenminste niet. Ja, een beetje oppervlakkig zo hier en daar en wat je het meest noodzakelijk lijkt om je aankoop in ieder geval aan de praat te krijgen. Je wilt immers alleen maar kunnen bellen en gebeld worden. Of een dvd afspelen en kunnen opnemen. De rest is voor later, denk je dan. En later is ver weg, het komt er namelijk nooit meer van.

Iedere twee jaar mag ik via mijn abonnement weer een zogenaamd gratis (!) nieuw mobieltje uitzoeken, terwijl in het oude nog niet eens al mijn familieleden en kennissen zijn ingevoerd. En bij het inruilen van mijn auto lag het instructieboekwerk nog net zo ongerept in het dashboardkastje als op de eerste dag.

De fabrikanten kennen zo langzamerhand hun pappenheimers en daarom wordt er tegenwoordig ook vaak een zogeheten snelhandleiding bij je aanschaf geleverd. Voor de ongeduldige types zoals ik. Of mensen die er domweg geen zin in hebben om heel die gortdroge kost bij ieder nieuw speeltje door te spitten. Ook zoals ik, dus. En ach, het is maar hoe belangrijk je het allemaal vindt en hoeveel tijd je erin wilt steken. Tenslotte staat het dagelijks leven ook niet stil met alle besognes van dien.

Maar hoe kwam ik hier eigenlijk op.

Het komend jaar word ik 72. Ik heb evenzoveel jaren de tijd gehad om daaraan te wennen maar soms kan me er nog steeds over verbazen. Alsof de tijd ergens onderweg een enorme sprong heeft gemaakt toen ik even niet keek.

Jarenlang dacht ik dat oud worden een onvergefelijke stommiteit was die ikzelf nooit zou begaan. Oud, dat waren je ouders of je ooms en tantes. Jijzelf was jong. Dat hoorde zo en dat zou ook altijd zo blijven.

Heel langzaamaan werd je gedwongen je ideeën daarover bij te stellen. 40 was stokoud toen je 10 was. Dan ben je zelf zover en valt het eigenlijk wel mee. Met 50 jaar kan je jezelf nog een leuk en gek jeugdig wijf vinden. Maar met 60 (en dan zelfs nog een paar jaartjes meer) zit er, in ieder geval statistisch gezien, ruimschoots meer dan de helft op en is alles meegenomen wat er nog komt.

Ik betrap mezelf erop dat ik, ouder wordend, vaker in dit soort overpeinzingen verval. Niet alleen vanwege mijn leeftijd op zich maar ook door onze ingrijpende verhuizing naar het oosten van het land, een aantal jaren geleden. Er werd een nieuwe fase ingeluid die toch, hoe graag we ook uit de grote stad weg wilden, een zeker verwerkingsproces bij mij losmaakte. Behalve aan het huis, waarin de belangrijkste jaren van ons familieleven zich afspeelden, waren daar ook de herinneringen aan goede en gelukkige gebeurtenissen. Helaas ook aan mindere. Het leek op de verhuisdag alsof ik alles in sneltreinvaart voorbij zag komen. Nog maanden erna speelden er gebeurtenissen door mijn hoofd die ik dacht allang vergeten te zijn. Met daarbij weer even heftig de oplaaiende emoties: om de vreugde en het geluk maar ook om verdriet en onmacht van toen. En vooral het gevoel dat ik veel dingen nu totaal anders zou aanpakken, dat ik sommige gebeurtenissen meer naar mijn hand had kunnen zetten en er een betere draai aan had kunnen geven. Maar dat het allemaal onherroepelijk was en voorgoed voorbij.

Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de tijd in Rotterdam, maar voor mijn hele leven. Nu zou ik het wel weten. Maar ja, hoe moest ik er indertijd anders dan met vallen en opstaan achter komen? Door trial and error, om de simpele reden dat er geen handleiding was! Ik ben tenminste niets van dien aard tegengekomen. 

‘Het allemaal nog eens overdoen en dan met wat ik nu weet’, zei de gek. Ik ben gelukkig niet de enige die zo denkt.

 Bij elkaar is en was mijn leven mooi en bijzonder. Ik mag zeker niet mopperen en de koek is nog lang niet op! Al zou ik het toch zo graag, als het zover is, nog eens overdoen. Mag ik nog een keer, ach toe? Maar dan wel met een gebruiksaanwijzing in minstens 98 talen, want je weet tenslotte maar nooit waar je terecht komt. Ik houd me aanbevolen voor dat ‘user manual’ dat ik dan natuurlijk wél grondig zal bestuderen!