OMWEG NAAR KERSTMIS

 

Help, ik word gek, nu weet ik het zeker!’ Tante Dora had net een stapeltje kerstpost uit de brievenbus gehaald. De bezorging was laat vandaag, maar ja, dat kon je verwachten met die decemberdrukte.

Oom Freek wist na 30 jaar huwelijk wel zo ongeveer welke kreten van tante je wél en welke je niét serieus hoefde te nemen. Meestal was het loos alarm. Hij sloeg de pagina van zijn krantje nog maar eens om en vroeg bedaard wat er aan de hand was.

‘Een briefje van Toos. Zij en Arend zijn uit elkaar!’

‘Ja, dat zat er dik in. Ze hebben het nog lang met elkaar uitgehouden! Waarom laat ze je dat per brief weten? Je hebt haar gisteren nog gesproken.’

‘Geen idee. Ze vraagt of ze Arend nu niet hoeft tegen te komen tijdens het kerstdiner. Dat wil zeggen: of zij op 1e kerstdag kan worden uitgenodigd en hij op de 2e. Of andersom natuurlijk. Ze durfde het bijna niet te vragen en daarom die brief. Alsof dat iets uitmaakt. Zij is een zus van jou, hij een broer van mij, ze zullen elkaar toch onvermijdelijk nog weleens ergens ontmoeten. Ik weet niet hoe ik dat nu weer voor elkaar ga krijgen want er zijn nog meer mensen die elkaar willen ontlopen. Dat heb je tegenwoordig met al die exen en samengestelde gezinnen. Er zal nog een superslim computerprogramma aan te pas moeten komen om die twee dagen naar ieders wens in te delen.

‘Daar gaan we weer! Ieder jaar hetzelfde gedonder. Jan kan niet met Erica vanwege het getouwtrek om huis en alimentatie. En de nichtjes Babs en Daisy willen elkaar niet tegenkomen omdat de een in een grijs verleden het vriendje van de ander heeft ingepikt. Ik heb daar zo genoeg van! Dit soort gezanik speelt al sinds het begin van onze verkering. Kunnen ze niet beter helemaal wegblijven? Hier moet maar eens een eind aan komen!’

Oom Freek wond zich niet zo snel op maar nu werd het hem even te gortig.

In het begin was het nog enigszins te doen geweest. Eerste kerstdag was gereserveerd voor haar ouders, tweede kerstdag voor de zijne. Het was zaak dat vooral goed te onthouden want het volgende jaar moest het precies andersom. Zo lang de kinderen klein waren was het nog wel te regelen maar sinds die met hun prille liefdes thuiskwamen, speelde het probleem weer op en nu in veelvoud. Er kwamen nog eens drie ouderparen bij. Weliswaar zat al die, vaak tijdelijke, schoonfamilie niet mee aan de kerstdis maar moest je wel rekening houden met hun wensen en afspraken. Daarna kwamen er diverse scheidingen en wederzijdse nieuwe geliefden aan de orde. Je puzzelde je suf en nóg was er altijd wel iemand die zich benadeeld voelde, het was nooit goed.

 ‘Ik begin bijna een hekel te krijgen aan kerstmis. Wat een ellende. Weet je nog dat oom Nico elk jaar tijdens dat diner stomdronken werd,’ bedacht tante Dora.

‘O jazeker! En dan begon hij moppen te vertellen die, naarmate de avond vorderde, steeds schunniger werden en waarom hijzelf bulderend zat te lachen. Tenslotte wilde niemand nog op dezelfde  dag komen als hij. En dan die keer dat de kerstboom omviel. Dat vriendinnetje van Huib, hoe heette ze ook weer, had pas een puppy dat ze niet alleen thuis kon laten. Het diertje vermaakte zich kostelijk met de boom, die, voordat iemand kon ingrijpen, dwars over de feestelijke kersttafel viel. De sausspatten zaten tot in de lamp’

‘Dat weet ik nog heel goed,’ vulde tante Dora aan. ‘Nog weken later vond ik stukjes rollade en gelanceerde stoofpeertjes in iedere donkere uithoek van de kamer.’

‘En dan had je nog de lussiknie en maggiknie-klanten. Vegetarisch, zoutarm of glutenvrij en noem maar op. Wat een extra werk! Dat we dat allemaal zonder morren gepikt hebben!’

Ze gingen helemaal op in hun herinneringen en vergaten bijna waar het ook weer over ging. O ja, een rooster maken voor tweemaal zo’n 14 gasten waarvan ongeveer de helft niet met elkaar door één deur kon.

‘Ik heb het zo gehad. We stoppen er mee! Hoe is het eigenlijk gekomen dat wij dit elk jaar organiseren? En dan ook nog in duplo. Wanneer werden het eigenlijk twee kerstdiners. O ja, toen jouw ouders gingen scheiden en ze allebei weer een nieuwe partner hadden. Wordt het geen tijd dat iemand anders het eens overneemt?’

‘Maar wat wou je dan?’

‘Wég. We gaan met de kerstdagen weg. Waarheen, geen idee. Als het maar weg is! Ver weg!’

Het moest even tot tante doordringen. ‘Weet je, ik hoorde juist via via van een stel dat in die periode naar de Ardennen is vertrokken.’

‘De Belgische of de Franse?’

‘Wat doet dat er nou toe! Gewoon: de Ardennen!’

‘Geen goed plan. Dat is niet ver genoeg. Staat het hele spul straks dáár op de stoep. Trouwens: van die mensen die jij bedoelt is nooit meer iets vernomen, dat las ik toevallig in de krant. Ik heb een beter plan. Kijk. We sturen iedereen een kaart van een locatie die écht ver is met de boodschap erbij dat we dit jaar de kerstdagen daar gaan doorbrengen. De Himalaya bijvoorbeeld.’

‘Wát?! Maar daar wil ik helemaal naar toe…’ Tante huilde haast van schrik.

‘Daar gaan we natuurlijk niet echt heen. Het gaat erom dat  men het gelooft! Ik ga morgen eens met Berend, de decorman van onze operettevereniging praten. Misschien mogen we even een uurtje van zijn spullen gebruik maken. Een mooi achtergrondje doet wonderen. Het moet er vooral ver en ijzig uitzien. Kerstboompje erbij voor de sfeer, op weg door een onherbergzaam landschap. Op zoek naar de kerststal of wat dan ook. En een fotograaf erbij die het allemaal vastlegt.’

‘Maar…’

‘Laat me nou even uitpraten. Ik zei al: we gaan er niet echt heen, nee, nee, we zetten dat uitstapje in scène. En intussen boeken wij lekker een verwen-arrangementje in een luxe resort in Drenthe. Stilte, natuur, zwembadje, massages, heerlijk eten, super-de-luxe kamer. De 24e  weg, de 27e terug. Wat zeg je me daarvan?’

Tante Dora hoefde niet lang na te denken. Ze zag het al voor zich.

De volgende ochtend togen ze op pad om het allemaal te regelen. Rekwisiteur Berend was wel in voor een geintje. Hij had nog een mooi achtergronddecor liggen van de laatste opvoering van ‘Jodeln in den Bergen’.

‘Bergen met sneeuw zien er overal hetzelfde uit. En hier, deze bruggenbogen kunnen wel dienen als ondergrond voor een of ander rijdend vehikel. Het mag niet te breed zijn. Een brommer misschien…?’

‘Ik heb hoogtevrees…’

‘Zie de humor ervan in,’ stelde Berend haar gerust. ‘Het  is allemaal nep. Je zit maar zo’n 30 centimeter boven de grond. We zetten gewoon een tafereeltje in elkaar zoals men dat vroeger wel deed bij een tableau vivant. Ken je dat? Het was een vorm van amusement bij de gegoede burgerij, eind 19 en begin 20e eeuw.  De spelers werden mooi uitgedost achter een gesloten gordijn opgesteld en als iedereen de juiste houding had, werd het tafereel geopend. Dan kon het publiek van het geheel genieten en de fotograaf zijn plaatjes maken. In dit geval moet er iets kerst-achtigs bij en om dat sfeertje een beetje kracht bij te zetten, neemt Freek een klein dennenboompje ter hand. Deal? Bestel die fotograaf maar alvast!’

Zo gebeurde het. Er werden diverse foto’s genomen waarvan de beste enkele dagen voor hun vertrek werd gepost met de beste wensen erbij. Opgewonden als spijbelende kinderen hadden ze tenslotte hun koffers gepakt. Instructies voor het buurmeisje over het kattenvoer op het aanrecht achtergelaten plus een briefje met in-geval-van-noodnummers. Gas uit, deur op slot en wegwezen!

 

‘Wat een heerlijke rust. Dit hadden we veel eerder moeten doen. En zij maar denken dat we ergens in de Himalaya zitten, hahaha.’

Ze lagen net in de hotelkamer na een heerlijke saunabehandeling met een glaasje bubbels te chillen toen er werd geklopt.

‘Er is beneden iemand die u allebei dringend moet spreken. Zou u even naar het restaurant willen komen?’.

‘Wat nou? Niemand  weet dat we hier zijn.’ Ietwat verontrust namen ze de lift naar beneden. Bij het openen van de deur troffen ze de voltallige familie achter twee rijen feestelijk gedekte tafels aan.

‘Verrassing!’

‘Hoe in hemelsnaam…?’

‘Tja, dan moet je geen kopie van de voucher op de keukentafel laten liggen hé!’

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb