BOOMSTAMMEN

 

‘Ik ben nu al zo oud, dat ik nooit meer jaloers ben. Alleen als ik iemand hoor zeggen: ik ga met mijn zusje vanavond gezellig… vul maar in, dan houd ik het gewoon niet tegen!’

Ze zat een rij achter me in de aula tijdens een cultureel avondje van de middelbare school waar J. aan verbonden was. Ze had de prachtige geprononceerde uitspraak die je vooral vroeger hoorde bij leraren Nederlands, acteurs en nieuwslezers. Het was het laatste jaar van haar werkzame leven als lerares en ze zat gewoon genoeglijk met een collega te keuvelen.

Op een of andere manier raakte me haar opmerking. Omdat ik als enig kind zelf al mijn hele leven ook altijd zo razend jaloers ben geweest op mensen met een zusje. Een broertje, alla, dat was ook wel oké geweest. Maar liever een zusje.

 Jaloezie is de kwellende gemoedstoestand waarbij men datgene wenst te krijgen wat een ander reeds heeft, of wenst dat een ander datgene niet had. Dit kan zowel om materie, eigenschappen als om relaties gaan.

Iemand anders heeft iets dat de jaloerse persoon belangrijk vindt. Als de ander gezien wordt als gelijkwaardig zal de jaloezie erger zijn, omdat de jaloerse persoon aanneemt dat hij of zij de gewilde zaak net zo goed zelf had kunnen bezitten.

Wandelend over de boulevard van een Zuid-Frans vissersstadje deed het me weinig om mensen aan boord van hun miljoenenjacht meewarig vanachter hun champagneglas naar het voorbij slenterende publiek te zien staren. Een dergelijke sloep heb ik nooit gehad en zal ik ook nooit bezitten. En met mij iedereen die ik ken. Het gaat gewoon mijn verbeeldingswereld te boven.

 Door de jaren heen komen er ook steeds minder situaties voor waardoor jaloezie kan werden opgewekt. Simpelweg omdat ik boven de leeftijd ben: al jaren ouder dan die vroegere lerares. Het maatje 38, die baan die ooit naar een ander ging, de geliefde die het achteraf niet waard was er één traan aan te verspillen, het is allemaal niet meer aan de orde.

 Daarom verbaast het mij dat er tegenwoordig geheel onverwacht een ander, knagend gevoel van afgunst de kop op kan steken. Vooral bij mensen van wie ik niets af weet omdat ik ze slechts sporadisch en in oppervlakkige omstandigheid tegenkom. Een preventief gevoel van: hij of zij zal het vast wel beter doen, het leuker hebben, meer te besteden, een mooier huis… Meestal worden al die hersenspinsels door de werkelijkheid achterhaald. Mijn leventje is zo slecht nog niet. Maar toch, nog heel af en toe…

 Zo woonde ik onlangs een tangoconcert bij in M, net even over de grens in Duitsland. Met de dirigent heb ik weleens oppervlakkig contact gehad maar meer dan dat was het niet. Werner Schwartz. Hij is een jeugdig type dat het in mijn ogen helemaal gemaakt heeft. Zijn orkest, waar J. een aantal jaren lid van is geweest, speelt de sterren van de hemel en heeft op hoog amateurniveau aan optredens geen gebrek. Ik vond dat hij het geweldig ver had geschopt in zijn (en dus ook: mijn) vak. Zoiets zou ik nu ook heel graag willen, het is er alleen nooit van gekomen.

 Er was een lady speaker en het programma werd opgevrolijkt met twee dansparen. Dat werd toch een heel rare, wat zeg ik: schokkende ervaring, waar ik nog enigszins ondersteboven van ben. Wat was het geval.

 Je kijkt sowieso je ogen uit hier am Rhein, want onder die Deutsche Leute heb je toch heel wat vreemde types rondlopen. Je hebt ook specifiek Rotterdamse koppen, Amsterdamse of Haagse… Maar mensen uit het Ruhrgebied, ik weet niet wat het is…

In het programma stond als Sprecherin aangekondigd: Sabine Schwartz, de vrouw van Werner. Zij is als vioollerares verbonden aan hetzelfde instituut als hij. Het hele gebeuren werd ook op die locatie gehouden, de opbrengst was voor de muziekschool.

‘O leuk,’ zei ik tegen J., ‘dan zien we eindelijk de vrouw van Werner!’

Ik had haar nog nooit ontmoet bij welke activiteit ook en ik ben altijd wel nieuwsgierig naar achtergronden. Soms leer je iemand kennen die je op een bepaalde manier inschat en dan blijkt zij in hun huiselijke doen een galerij tuttemerullen van de ergste soort op de vensterbank te hebben staan. Of  ‘De Nachtwacht’ in kruissteek aan de wand. Of is de wederhelft een verschrikkelijke naarling. Kan allemaal gebeuren maar je kent de mensen eigenlijk pas als je ze in hun eigen bedoeninkje meemaakt.

 Ik denk bij voorbaat: o, hij zal wel veel beter, interessanter, muzikaler en noem-nog-eens-wat zijn dan ik. Daarom had ik hem in een moeite door ingeschat op een leuke, slanke, 20 jaar jongere vrouw. Zo iemand op wie ik acuut  stervensjaloers zou zijn.

Iemand kwam de artiesten aankondigen. Ze was niet knap, integendeel, een beetje een alledaags muisje. In ieder geval totaal onaantrekkelijk. Ze deed het wel handig en met verve en enigszins teleurgesteld zei ik tegen J.: ‘Goh, is dát nou de vrouw van Werner. Ik had me iets heel anders voorgesteld.’

Er was ook nog een tweede type. Om de paar nummers hield zij een verhaal over de muziek. Ze droeg wat gedichten en teksten voor en het was niet onaangenaam om ernaar te luisteren. Maar mijn hemel, wat zag deze vrouw eruit! Dijen als honderdjarige eiken en de rest navenant. Bijna geen haar op het hoofd en een ietwat misvormd gezicht, Ja, het leek wel alsof zij niet helemaal in orde was. Ze gedroeg zich ook nogal eigenaardig en wereldvreemd.

‘Zulke onderkomen types zie je toch alleen in Duitsland,’ zei ik nog. Ze oogde werkelijk als een dakloze. Behalve dat ze goed en beschaafd sprak, dat dan weer wel.

Vrouw nummer één kondigde de pauze aan en gaf na afloop alle artiesten een kort woord en een presentje. Leuk concert al met al. Tot mijn opluchting hoefde ik niet jaloers te zijn. Niet op Werner en zeker niet op zijn vrouw. Het waren allemaal zelfgebakken verzinsels.

En pas in de auto kwam ik er, doordat we nog wat napraatten achter, dat niet zij, maar de vrouw met de boomstammen de echtgenote van Werner was. Nog minder reden om jaloers te zijn dus…

 Wat een stom verhaal. Wat wilde ik hier nu eigenlijk mee zeggen? Dat ik mezelf ineens geweldig aantrekkelijk vind. De hele week al! Jaloezie heeft blijkbaar vele gezichten. Voer voor psychologen!

Wat heb ik hiervan geleerd? Kappen ermee. Ik ben nu al zo oud dat ik nooit meer jaloers ben. Kom op zeg: op wie dan?

Nu alleen nog even korte metten maken met dat zusje.