BIANCA CASTAFIORE 
 
 
Er is veel zinnigs en nog meer onzinnigs verkondigd over het gebruik van de stem in het algemeen. De houding, de ademsteun, ‘kleuren’ noem maar op. Het is in zekere zin een heel glibberige materie en ook sterk afhankelijk van de mode van het moment.
Mijn vroegere zanglerares was een vervent aanhanger van het zogenaamde ‘zangersmasker’. De bovenlip moest opgetrokken zijn waardoor automatisch huig, wangen, neusvleugels en wenkbrauwen mee omhoog gingen. Dat zorgde dan voor meer resonans en suggereerde een gevoel van ruimte in neus-, mond- en voorhoofdsholten.
Het gezicht van zangers uit die tijd ging hier helemaal naar staan, ook als ze niet zongen! Denk maar aan Bianca Castafiore, de operadiva uit Kuifje die in deze strip altijd de Juwelenaria uit Faust loopt te zingen. Zij wordt getekend met dat typische Odol zangeressenmondje. Een vondst van de perfect observerende Hergé, die aan de meeste mensen voorbij zal gaan. Dat hele type trouwens: geweldig!          
Later verfoeide men deze manier van zingen. Wat je ermee wint wordt weer teniet gedaan door het krampachtig in één stand houden van de aangezichtspieren.
Zoals iedere actie weer een reactie uitlokt, volgde daarop het tijdperk van de algehele ontspanning, om tenslotte weer uit te monden in een combinatie van de twee elementen. Die rare zangersgrimassen zie je gelukkig nergens meer.
Wat ikzelf een heel leuke en makkelijk uit te voeren oefening vind om je omvang te vergroten en je bewust te worden van de ademsteun. Leun met twee handen tegen de muur en zet je stevig af. Duw die muur als het ware weg. Zing dan een stijgende of dalende toonladder. Blijf duwen en ervaar hoe de tonen er als vanzelf uitkomen. Het gevoel dat het oplevert moet je nu proberen vast te houden, ook als je het zonder muur moet stellen. Dat is dan de ultieme ademsteun-ervaring. Of, zoals een leerling eens opmerkte: ‘Ach, je bedoelt gewoon een kakbeweging!’
Nou, zo kan die wel weer!
Bij een koorrepetitie is er weinig ruimte voor uitgebreide zangles en moet je het zo eenvoudig mogelijk houden. Ik ben zelf voor de ontspannen kaakval. De meeste mensen gaan krampachtig zingen als ze zien aankomen dat ze een toon niet (gemakkelijk) halen. Hoofd omhoog werkt keelvernauwend. Ik zeg altijd tegen mijn koorleden: ontspan, zing zacht, geen kracht zetten of forceren, dan rolt hij er vanzelf uit als hij erop zit. Tenslotte is een groter probleem nog altijd de overgang tussen de diverse registers.
Moeilijk vak, zingen. Ik zou zeggen: probeer er het beste van te maken want lallen met z’n allen kan altijd nog. 
 
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb